Neerlandés
Sinónimos detallados de overgeven en neerlandés
overgeven:
-
overgeven
-
overgeven
-
overgeven
-
overgeven
-
overgeven
-
overgeven
-
overgeven
– wat in je maag zit weer naar buiten laten komen 1 -
overgeven
– je gevangen laten nemen, de strijd opgeven 1 -
overgeven
– het iemand anders laten doen 1
Conjugaciones de overgeven:
o.t.t.
- geef over
- geeft over
- geeft over
- geven over
- geven over
- geven over
o.v.t.
- gaf over
- gaf over
- gaf over
- gaven over
- gaven over
- gaven over
v.t.t.
- heb overgegeven
- hebt overgegeven
- heeft overgegeven
- hebben overgegeven
- hebben overgegeven
- hebben overgegeven
v.v.t.
- had overgegeven
- had overgegeven
- had overgegeven
- hadden overgegeven
- hadden overgegeven
- hadden overgegeven
o.t.t.t.
- zal overgeven
- zult overgeven
- zal overgeven
- zullen overgeven
- zullen overgeven
- zullen overgeven
o.v.t.t.
- zou overgeven
- zou overgeven
- zou overgeven
- zouden overgeven
- zouden overgeven
- zouden overgeven
en verder
- is overgegeven
- zijn overgegeven
diversen
- geef over!
- geeft over!
- overgegeven
- overgevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
overgeven
-
overgeven