Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. overnemen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de overnemen en neerlandés

overnemen:

overnemen verbo (overneem, overneemt, overnam, overnamen, overnomen)

  1. overnemen
    overnemen; annexeren; inlijven
    • overnemen verbo (overneem, overneemt, overnam, overnamen, overnomen)
    • annexeren verbo (annexeer, annexeert, annexeerde, annexeerden, geannexeerd)
    • inlijven verbo (lijf in, lijft in, lijfde in, lijfden in, ingelijfd)
  2. overnemen
    overnemen; opkopen
    • overnemen verbo (overneem, overneemt, overnam, overnamen, overnomen)
    • opkopen verbo (koop op, koopt op, kocht op, kochten op, opgekocht)

Conjugaciones de overnemen:

o.t.t.
  1. overneem
  2. overneemt
  3. overneemt
  4. overnemen
  5. overnemen
  6. overnemen
o.v.t.
  1. overnam
  2. overnam
  3. overnam
  4. overnamen
  5. overnamen
  6. overnamen
v.t.t.
  1. heb overnomen
  2. hebt overnomen
  3. heeft overnomen
  4. hebben overnomen
  5. hebben overnomen
  6. hebben overnomen
v.v.t.
  1. had overnomen
  2. had overnomen
  3. had overnomen
  4. hadden overnomen
  5. hadden overnomen
  6. hadden overnomen
o.t.t.t.
  1. zal overnemen
  2. zult overnemen
  3. zal overnemen
  4. zullen overnemen
  5. zullen overnemen
  6. zullen overnemen
o.v.t.t.
  1. zou overnemen
  2. zou overnemen
  3. zou overnemen
  4. zouden overnemen
  5. zouden overnemen
  6. zouden overnemen
en verder
  1. is overnomen
  2. zijn overnomen
diversen
  1. overneem!
  2. overneemt!
  3. overnomen
  4. overnemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de overnemen