Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir overspannen

Sinónimos de "overspannen" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. overspannen:

Neerlandés

Sinónimos detallados de overspannen en neerlandés

overspannen:

overspannen verbo (overspan, overspant, overspande, overspanden, overspannen)

  1. overspannen
    omspannen; overspannen; met gespannen voorwerp omsluiten

Conjugaciones de overspannen:

o.t.t.
  1. overspan
  2. overspant
  3. overspant
  4. overspannen
  5. overspannen
  6. overspannen
o.v.t.
  1. overspande
  2. overspande
  3. overspande
  4. overspanden
  5. overspanden
  6. overspanden
v.t.t.
  1. heb overspannen
  2. hebt overspannen
  3. heeft overspannen
  4. hebben overspannen
  5. hebben overspannen
  6. hebben overspannen
v.v.t.
  1. had overspannen
  2. had overspannen
  3. had overspannen
  4. hadden overspannen
  5. hadden overspannen
  6. hadden overspannen
o.t.t.t.
  1. zal overspannen
  2. zult overspannen
  3. zal overspannen
  4. zullen overspannen
  5. zullen overspannen
  6. zullen overspannen
o.v.t.t.
  1. zou overspannen
  2. zou overspannen
  3. zou overspannen
  4. zouden overspannen
  5. zouden overspannen
  6. zouden overspannen
en verder
  3. is overspannen
  6. zijn overspannen
diversen
  1. overspan!
  2. overspant!
  5. overspannen
  6. overspannend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overspannen adj.

  1. overspannen
    overspannen; overwerkt
  2. overspannen
    gestresst; overspannen; aan stress lijdend

overspannen verbo (overspan, overspant, overspande, overspanden, overspannen)

  1. overspannen
    – ziek door geestelijke oververmoeidheid 1
    overspannen
    – ziek door geestelijke oververmoeidheid 1
    • overspannen verbo (overspan, overspant, overspande, overspanden, overspannen)
      • hij heeft te hard gewerkt, nu is hij overspannen1

Conjugaciones de overspannen:

o.t.t.
  1. overspan
  2. overspant
  3. overspant
  4. overspannen
  5. overspannen
  6. overspannen
o.v.t.
  1. overspande
  2. overspande
  3. overspande
  4. overspanden
  5. overspanden
  6. overspanden
v.t.t.
  1. heb overspannen
  2. hebt overspannen
  3. heeft overspannen
  4. hebben overspannen
  5. hebben overspannen
  6. hebben overspannen
v.v.t.
  1. had overspannen
  2. had overspannen
  3. had overspannen
  4. hadden overspannen
  5. hadden overspannen
  6. hadden overspannen
o.t.t.t.
  1. zal overspannen
  2. zult overspannen
  3. zal overspannen
  4. zullen overspannen
  5. zullen overspannen
  6. zullen overspannen
o.v.t.t.
  1. zou overspannen
  2. zou overspannen
  3. zou overspannen
  4. zouden overspannen
  5. zouden overspannen
  6. zouden overspannen
en verder
  3. is overspannen
  6. zijn overspannen
diversen
  1. overspan!
  2. overspant!
  5. overspannen
  6. overspannend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "overspannen":

  • overspannenheid, overspannene

Definiciones relacionadas de "overspannen":

  1. ziek door geestelijke oververmoeidheid1
    • hij heeft te hard gewerkt, nu is hij overspannen1







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0206 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos