Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. persoon:


Neerlandés

Sinónimos detallados de persoon en neerlandés

persoon:

persoon [de ~ (m)] sustantivo

  1. de persoon
    de persoon; het wezen; het individu; de sterveling; de mens
  2. de persoon
    de persoon; de mens; het mensenkind; iemand; het individu; het wezen

persoon [de ~ (m)] sustantivo

  1. de persoon
    – afzonderlijke mens 1
    de persoon
    – afzonderlijke mens 1
    • persoon [de ~ (m)] sustantivo
      • uit hoeveel personen bestaat de groep?1
  2. de persoon
    – vorm van het werkwoord die afhankelijk is van het onderwerp 1
    de persoon
    – vorm van het werkwoord die afhankelijk is van het onderwerp 1
    • persoon [de ~ (m)] sustantivo
      • bij 'ik' gebruik je de eerste persoon enkelvoud1

Palabras relacionadas con "persoon":


Sinónimos alternativos de "persoon":


Antónimos de "persoon":


Definiciones relacionadas de "persoon":

  1. afzonderlijke mens1
    • uit hoeveel personen bestaat de groep?1
  2. vorm van het werkwoord die afhankelijk is van het onderwerp1
    • bij 'ik' gebruik je de eerste persoon enkelvoud1

Sinónimos relacionados de persoon