Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir prins

Sinónimos de "prins" en neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Sinónimos en neerlandés: más información...

prins:
- prins; succeseur; kroonprins; kroonprinses; pretendente; troonopvolger; infante; pretendent; troonpretendent

Neerlandés

Sinónimos detallados de prins en neerlandés

prins:

prins [de ~ (m)] sustantivo

de prins
de prins; succeseur; de kroonprins; de kroonprinses; pretendente; de troonopvolger; de infante; de pretendent; de troonpretendent
- prins [de ~ (m)] sustantivo
- succeseur [znw.] sustantivo
- kroonprins [de ~ (m)] sustantivo
- kroonprinses [de ~ (v)] sustantivo
- pretendente [znw.] sustantivo
- troonopvolger [de ~ (m)] sustantivo
- infante [de ~ (v)] sustantivo
- pretendent [de ~ (m)] sustantivo
- troonpretendent [de ~ (m)] sustantivo
de prins

– titel van de man van de koningin ¹
de prins
– titel van de man van de koningin ¹
- prins [de ~ (m)] sustantivo
  - de man van koningin Beatrix is prins Claus¹
de prins

– zoon van koning of koningin ¹
de prins
– zoon van koning of koningin ¹
- prins [de ~ (m)] sustantivo
  - prins Willem Alexander is de zoon van de koningin¹

Palabras relacionadas con "prins":

prinsen

Definiciones relacionadas de "prins":

titel van de man van de koningin¹
- de man van koningin Beatrix is prins Claus¹
zoon van koning of koningin¹
- prins Willem Alexander is de zoon van de koningin¹

Sinónimos relacionados de prins

prins-gemaal

¹Muiswerk Woordenboek

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios