Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. programma:


Neerlandés

Sinónimos detallados de programma en neerlandés

programma:

programma [het ~] sustantivo

  1. het programma
    – uitzending van radio of televisie 1
    het programma
    – uitzending van radio of televisie 1
    • programma [het ~] sustantivo
      • in dit programma aandacht voor de daklozen1
    de uitzending; de radio-uitzending
  2. het programma
    – uitzending van radio of televisie 1
    het programma
    – uitzending van radio of televisie 1
    • programma [het ~] sustantivo
      • in dit programma aandacht voor de daklozen1
  3. het programma
    – plannen die een politieke partij met het land heeft 1
    het programma
    – plannen die een politieke partij met het land heeft 1
    • programma [het ~] sustantivo
      • het programma van D661
  4. het programma
    – instructie voor verwerking van gegevens door een computer 1
    het programma
    – instructie voor verwerking van gegevens door een computer 1
    • programma [het ~] sustantivo
      • met dit programma kun je tekstverwerken1
  5. het programma
    – opsomming van wat er gaat gebeuren 1
    het programma
    – opsomming van wat er gaat gebeuren 1
    • programma [het ~] sustantivo
      • op het programma staat een optreden van Paul de Leeuw1
  6. het programma
    het programma; engine
  7. het programma
    de toepassing; het programma
  8. het programma
    het programma

Palabras relacionadas con "programma":

  • programmaatje, programmaatjes

Definiciones relacionadas de "programma":

  1. instructie voor verwerking van gegevens door een computer1
    • met dit programma kun je tekstverwerken1
  2. opsomming van wat er gaat gebeuren1
    • op het programma staat een optreden van Paul de Leeuw1
  3. plannen die een politieke partij met het land heeft1
    • het programma van D661
  4. uitzending van radio of televisie1
    • in dit programma aandacht voor de daklozen1

Sinónimos relacionados de programma