Resumen


Neerlandés

Sinónimos detallados de ramen en neerlandés

ramen:

ramen verbo (raam, raamt, raamde, raamden, geraamd)

  1. ramen
    schatten; berekenen; ramen
    • schatten verbo (schat, schatte, schatten, geschat)
    • berekenen verbo (bereken, berekent, berekende, berekenden, berekend)
    • ramen verbo (raam, raamt, raamde, raamden, geraamd)
  2. ramen
    schatten; ramen; begroten
    • schatten verbo (schat, schatte, schatten, geschat)
    • ramen verbo (raam, raamt, raamde, raamden, geraamd)
    • begroten verbo (begroot, begrootte, begrootten, begroot)
  3. ramen
    schatten; beramen; ramen; taxeren
    • schatten verbo (schat, schatte, schatten, geschat)
    • beramen verbo (beraam, beraamt, beraamde, beraamden, beraamd)
    • ramen verbo (raam, raamt, raamde, raamden, geraamd)
    • taxeren verbo (taxeer, taxeert, taxeerde, taxeerden, getaxeerd)

Conjugaciones de ramen:

o.t.t.
  1. raam
  2. raamt
  3. raamt
  4. ramen
  5. ramen
  6. ramen
o.v.t.
  1. raamde
  2. raamde
  3. raamde
  4. raamden
  5. raamden
  6. raamden
v.t.t.
  1. heb geraamd
  2. hebt geraamd
  3. heeft geraamd
  4. hebben geraamd
  5. hebben geraamd
  6. hebben geraamd
v.v.t.
  1. had geraamd
  2. had geraamd
  3. had geraamd
  4. hadden geraamd
  5. hadden geraamd
  6. hadden geraamd
o.t.t.t.
  1. zal ramen
  2. zult ramen
  3. zal ramen
  4. zullen ramen
  5. zullen ramen
  6. zullen ramen
o.v.t.t.
  1. zou ramen
  2. zou ramen
  3. zou ramen
  4. zouden ramen
  5. zouden ramen
  6. zouden ramen
en verder
  1. is geraamd
  2. zijn geraamd
diversen
  1. raam!
  2. raamt!
  3. geraamd
  4. ramend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "ramen":


ramen forma de ram:

ram [de ~ (m)] sustantivo

  1. de ram
    de ram; mannelijk schaap
  2. de ram
    de ram; de Aries
    • ram [de ~ (m)] sustantivo
    • Aries [de ~] sustantivo
  3. de ram
    de ram; harde klap

Palabras relacionadas con "ram":


Sinónimos relacionados de ramen