Sinónimos de "resoneren" en neerlandés
Neerlandés
Sinónimos detallados de resoneren en neerlandés
resoneren:
-
resoneren
resoneren;
echoën;
weerkaatsen;
weerklinken;
weerschallen;
galmen;
schallen;
weergalmen
-
-
echoën
verbo
(echo, echoot, echode, echoden, geëchood)
-
weerkaatsen
verbo
(weerkaats, weerkaatst, weerkaatste, weerkaatsten, weerkaatst)
-
weerklinken
verbo
(weerklink, weerklinkt, weerklonk, weerklonken, weerklonken)
-
weerschallen
verbo
(weerschal, weerschalt, weerschalde, weerschalden, weerschald)
-
galmen
verbo
(galm, galmt, galmde, galmden, gegalmd)
-
-
weergalmen
verbo
(weergalm, weergalmt, weergalmde, weergalmden, weergalmd)