Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. rondhangen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de rondhangen en neerlandés

rondhangen:

rondhangen verbo (hang rond, hangt rond, hing rond, hingen rond, rondgehangen)

  1. rondhangen
    rondhangen; rondlummelen; niksen
    • rondhangen verbo (hang rond, hangt rond, hing rond, hingen rond, rondgehangen)
    • rondlummelen verbo (lummel rond, lummelt rond, lummelde rond, lummelden rond, rondgelummeld)
    • niksen verbo (niks, nikst, nikste, niksten, genikst)
  2. rondhangen
    luieren; lanterfanten; lummelen; niksen; rondhangen; nietsdoen
    • luieren verbo (luier, luiert, luierde, luierden, geluierd)
    • lanterfanten verbo (lanterfant, lanterfantte, lanterfantten, gelanterfant)
    • lummelen verbo (lummel, lummelt, lummelde, lummelden, gelummeld)
    • niksen verbo (niks, nikst, nikste, niksten, genikst)
    • rondhangen verbo (hang rond, hangt rond, hing rond, hingen rond, rondgehangen)
    • nietsdoen verbo (doe niets, doet niets, deed niets, deden niets, niets gedaan)

Conjugaciones de rondhangen:

o.t.t.
  1. hang rond
  2. hangt rond
  3. hangt rond
  4. hangen rond
  5. hangen rond
  6. hangen rond
o.v.t.
  1. hing rond
  2. hing rond
  3. hing rond
  4. hingen rond
  5. hingen rond
  6. hingen rond
v.t.t.
  1. heb rondgehangen
  2. hebt rondgehangen
  3. heeft rondgehangen
  4. hebben rondgehangen
  5. hebben rondgehangen
  6. hebben rondgehangen
v.v.t.
  1. had rondgehangen
  2. had rondgehangen
  3. had rondgehangen
  4. hadden rondgehangen
  5. hadden rondgehangen
  6. hadden rondgehangen
o.t.t.t.
  1. zal rondhangen
  2. zult rondhangen
  3. zal rondhangen
  4. zullen rondhangen
  5. zullen rondhangen
  6. zullen rondhangen
o.v.t.t.
  1. zou rondhangen
  2. zou rondhangen
  3. zou rondhangen
  4. zouden rondhangen
  5. zouden rondhangen
  6. zouden rondhangen
diversen
  1. hang rond!
  2. hangt rond!
  3. rondgehangen
  4. rondhangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze