Neerlandés

Sinónimos detallados de roosteren en neerlandés

roosteren:

roosteren verbo (rooster, roostert, roosterde, roosterden, geroosterd)

  1. roosteren
    grillen; barbecuen; roosteren; grilleren
    • grillen verbo (gril, grilt, grilde, grilden, gegrild)
    • barbecuen verbo (barbecue, barbecuet, barbecuede, barbecueden, gebarecued)
    • roosteren verbo (rooster, roostert, roosterde, roosterden, geroosterd)
    • grilleren verbo (grilleer, grilleert, grilleerde, grilleerden, gegrilleerd)

Conjugaciones de roosteren:

o.t.t.
  1. rooster
  2. roostert
  3. roostert
  4. roosteren
  5. roosteren
  6. roosteren
o.v.t.
  1. roosterde
  2. roosterde
  3. roosterde
  4. roosterden
  5. roosterden
  6. roosterden
v.t.t.
  1. heb geroosterd
  2. hebt geroosterd
  3. heeft geroosterd
  4. hebben geroosterd
  5. hebben geroosterd
  6. hebben geroosterd
v.v.t.
  1. had geroosterd
  2. had geroosterd
  3. had geroosterd
  4. hadden geroosterd
  5. hadden geroosterd
  6. hadden geroosterd
o.t.t.t.
  1. zal roosteren
  2. zult roosteren
  3. zal roosteren
  4. zullen roosteren
  5. zullen roosteren
  6. zullen roosteren
o.v.t.t.
  1. zou roosteren
  2. zou roosteren
  3. zou roosteren
  4. zouden roosteren
  5. zouden roosteren
  6. zouden roosteren
en verder
  1. is geroosterd
  2. zijn geroosterd
diversen
  1. rooster!
  2. roostert!
  3. geroosterd
  4. roosterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "roosteren":


roosteren forma de rooster:

rooster [de ~ (m)] sustantivo

  1. de rooster
    de rooster; de tijdsindeling
  2. de rooster
    de rooster; de raster; het rasterwerk; de rastering
  3. de rooster
    de dienstregeling; de rooster; de dienstrooster
  4. de rooster
    de lesrooster; de rooster
  5. de rooster
    de rooster; braadrooster

rooster

  1. rooster

Palabras relacionadas con "rooster":


Sinónimos relacionados de roosteren