Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. schepen:
  2. schep:


Neerlandés

Sinónimos detallados de schepen en neerlandés

schepen:

schepen [de ~ (m)] sustantivo, plural

  1. de schepen
    de schepen; de boten; de schuiten; de schuitjes; de vaartuigen
  2. de schepen
    de schepen; lekenrechter

Palabras relacionadas con "schepen":


schepen forma de schep:

schep [de ~ (m)] sustantivo

  1. de schep
    de schep; de spade; de schop
    • schep [de ~ (m)] sustantivo
    • spade [de ~] sustantivo
    • schop [de ~ (m)] sustantivo
  2. de schep
    – hoeveelheid die je met een schep kunt scheppen 1
    de schep
    – hoeveelheid die je met een schep kunt scheppen 1
    • schep [de ~ (m)] sustantivo
      • mag ik twee schepjes suiker?1
  3. de schep
    – voorwerp dat bestaat uit een steel met een blad 1
    de schep
    – voorwerp dat bestaat uit een steel met een blad 1
    • schep [de ~ (m)] sustantivo
      • ik gebruikte een schep om het zand weg te halen1

Palabras relacionadas con "schep":


Definiciones relacionadas de "schep":

  1. hoeveelheid die je met een schep kunt scheppen1
    • mag ik twee schepjes suiker?1
  2. voorwerp dat bestaat uit een steel met een blad1
    • ik gebruikte een schep om het zand weg te halen1