Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir scheren

Sinónimos de "scheren" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. scheren:
  2. scheer:

Neerlandés

Sinónimos detallados de scheren en neerlandés

scheren:

scheren verbo (scheer, scheert, scheerde, scheerden, geschoren)

  1. scheren
    scheren
    • scheren verbo (scheer, scheert, scheerde, scheerden, geschoren)

Conjugaciones de scheren:

o.t.t.
  1. scheer
  2. scheert
  3. scheert
  4. scheren
  5. scheren
  6. scheren
o.v.t.
  1. scheerde
  2. scheerde
  3. scheerde
  4. scheerden
  5. scheerden
  6. scheerden
v.t.t.
  1. heb geschoren
  2. hebt geschoren
  3. heeft geschoren
  4. hebben geschoren
  5. hebben geschoren
  6. hebben geschoren
v.v.t.
  1. had geschoren
  2. had geschoren
  3. had geschoren
  4. hadden geschoren
  5. hadden geschoren
  6. hadden geschoren
o.t.t.t.
  1. zal scheren
  2. zult scheren
  3. zal scheren
  4. zullen scheren
  5. zullen scheren
  6. zullen scheren
o.v.t.t.
  1. zou scheren
  2. zou scheren
  3. zou scheren
  4. zouden scheren
  5. zouden scheren
  6. zouden scheren
en verder
  1. ben geschoren
  2. bent geschoren
  3. is geschoren
  4. zijn geschoren
  5. zijn geschoren
  6. zijn geschoren
diversen
  1. scheer!
  2. scheert!
  5. geschoren
  6. scherende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "scheren":


scheer:

scheer [de ~] sustantivo

  1. de scheer
    het rif; de scheer; de klip; uitstekende rots

Palabras relacionadas con "scheer":


Sinónimos relacionados de scheren







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0127 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos