Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. slager:


Neerlandés

Sinónimos detallados de slager en neerlandés

slager:

slager [de ~ (m)] sustantivo

  1. de slager
    de slager; de vleeshouwer
  2. de slager
    – wie voor zijn beroep vlees verkoopt 1
    de slager
    – wie voor zijn beroep vlees verkoopt 1
    • slager [de ~ (m)] sustantivo
      • een slager verkoopt geen kippevlees1

Palabras relacionadas con "slager":


Definiciones relacionadas de "slager":

  1. wie voor zijn beroep vlees verkoopt1
    • een slager verkoopt geen kippevlees1