Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. spek:
  2. spekken:


Neerlandés

Sinónimos detallados de spek en neerlandés

spek:

spek [het ~] sustantivo

  1. het spek
    het spek
    • spek [het ~] sustantivo
  2. het spek
    – laag vet onder de huid 1
    het spek
    – laag vet onder de huid 1
    • spek [het ~] sustantivo
      • in Engeland eten ze 's morgens eieren met spek1

Palabras relacionadas con "spek":


Definiciones relacionadas de "spek":

  1. laag vet onder de huid1
    • in Engeland eten ze 's morgens eieren met spek1

spekken:

spekken verbo (spek, spekt, spekte, spekten, gespekt)

  1. spekken
    spekken
    • spekken verbo (spek, spekt, spekte, spekten, gespekt)

Conjugaciones de spekken:

o.t.t.
  1. spek
  2. spekt
  3. spekt
  4. spekken
  5. spekken
  6. spekken
o.v.t.
  1. spekte
  2. spekte
  3. spekte
  4. spekten
  5. spekten
  6. spekten
v.t.t.
  1. heb gespekt
  2. hebt gespekt
  3. heeft gespekt
  4. hebben gespekt
  5. hebben gespekt
  6. hebben gespekt
v.v.t.
  1. had gespekt
  2. had gespekt
  3. had gespekt
  4. hadden gespekt
  5. hadden gespekt
  6. hadden gespekt
o.t.t.t.
  1. zal spekken
  2. zult spekken
  3. zal spekken
  4. zullen spekken
  5. zullen spekken
  6. zullen spekken
o.v.t.t.
  1. zou spekken
  2. zou spekken
  3. zou spekken
  4. zouden spekken
  5. zouden spekken
  6. zouden spekken
en verder
  1. ben gespekt
  2. bent gespekt
  3. is gespekt
  4. zijn gespekt
  5. zijn gespekt
  6. zijn gespekt
diversen
  1. spek!
  2. spekt!
  3. gespekt
  4. spekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "spekken":


Sinónimos relacionados de spek