Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. spraak:


Neerlandés

Sinónimos detallados de spraak en neerlandés

spraak:

spraak [de ~] sustantivo

  1. de spraak
    de spraak
  2. de spraak
    – het kunnen praten 1
    de spraak
    – het kunnen praten 1
    • spraak [de ~] sustantivo
      • na het ongeluk was hij zijn spraak kwijt1

Definiciones relacionadas de "spraak":

  1. het kunnen praten1
    • na het ongeluk was hij zijn spraak kwijt1