Neerlandés

Sinónimos detallados de staven en neerlandés

staven:

staven verbo (staaf, staaft, staafte, staaften, gestaafd)

  1. staven
    bevestigen; onderschrijven; beamen; staven
    • bevestigen verbo (bevestig, bevestigt, bevestigde, bevestigden, bevestigd)
    • onderschrijven verbo (onderschrijf, onderschrijft, onderschreef, onderschreven, onderschreven)
    • beamen verbo (beaam, beaamt, beaamde, beaamden, beaamd)
    • staven verbo (staaf, staaft, staafte, staaften, gestaafd)
  2. staven
    aantonen; bewijzen; staven
    • aantonen verbo (toon aan, toont aan, toonde aan, toonden aan, aangetoond)
    • bewijzen verbo (bewijs, bewijst, bewees, bewezen, bewezen)
    • staven verbo (staaf, staaft, staafte, staaften, gestaafd)

Conjugaciones de staven:

o.t.t.
  1. staaf
  2. staaft
  3. staaft
  4. staven
  5. staven
  6. staven
o.v.t.
  1. staafte
  2. staafte
  3. staafte
  4. staaften
  5. staaften
  6. staaften
v.t.t.
  1. heb gestaafd
  2. hebt gestaafd
  3. heeft gestaafd
  4. hebben gestaafd
  5. hebben gestaafd
  6. hebben gestaafd
v.v.t.
  1. had gestaafd
  2. had gestaafd
  3. had gestaafd
  4. hadden gestaafd
  5. hadden gestaafd
  6. hadden gestaafd
o.t.t.t.
  1. zal staven
  2. zult staven
  3. zal staven
  4. zullen staven
  5. zullen staven
  6. zullen staven
o.v.t.t.
  1. zou staven
  2. zou staven
  3. zou staven
  4. zouden staven
  5. zouden staven
  6. zouden staven
en verder
  1. ben gestaafd
  2. bent gestaafd
  3. is gestaafd
  4. zijn gestaafd
  5. zijn gestaafd
  6. zijn gestaafd
diversen
  1. staaf!
  2. staaft!
  3. gestaafd
  4. stavend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

staven [de ~] sustantivo, plural

  1. de staven
    de staven
    • staven [de ~] sustantivo, plural

Palabras relacionadas con "staven":


staven forma de staaf:

staaf [de ~] sustantivo

  1. de staaf
    de staaf; de baton; de stang; de stok; de staf
    • staaf [de ~] sustantivo
    • baton [de ~ (m)] sustantivo
    • stang [de ~] sustantivo
    • stok [de ~ (m)] sustantivo
    • staf [de ~ (m)] sustantivo
  2. de staaf
    de staaf; reep chocolade; de reep; de tablet; de pastille; de plak
  3. de staaf
    de staaf
    • staaf [de ~] sustantivo
  4. de staaf
    – lang en dun voorwerp, rond of plat 1
    de staaf
    – lang en dun voorwerp, rond of plat 1
    • staaf [de ~] sustantivo
      • hij verdedigde zich met een ijzeren staaf1

Palabras relacionadas con "staaf":


Definiciones relacionadas de "staaf":

  1. lang en dun voorwerp, rond of plat1
    • hij verdedigde zich met een ijzeren staaf1