Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir stenigen

Sinónimos de "stenigen" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. stenigen:

Neerlandés

Sinónimos detallados de stenigen en neerlandés

stenigen:

stenigen verbo (stenig, stenigt, stenigde, stenigden, gestenigd)

  1. stenigen
    stenigen
    • stenigen verbo (stenig, stenigt, stenigde, stenigden, gestenigd)

Conjugaciones de stenigen:

o.t.t.
  1. stenig
  2. stenigt
  3. stenigt
  4. stenigen
  5. stenigen
  6. stenigen
o.v.t.
  1. stenigde
  2. stenigde
  3. stenigde
  4. stenigden
  5. stenigden
  6. stenigden
v.t.t.
  1. heb gestenigd
  2. hebt gestenigd
  3. heeft gestenigd
  4. hebben gestenigd
  5. hebben gestenigd
  6. hebben gestenigd
v.v.t.
  1. had gestenigd
  2. had gestenigd
  3. had gestenigd
  4. hadden gestenigd
  5. hadden gestenigd
  6. hadden gestenigd
o.t.t.t.
  1. zal stenigen
  2. zult stenigen
  3. zal stenigen
  4. zullen stenigen
  5. zullen stenigen
  6. zullen stenigen
o.v.t.t.
  1. zou stenigen
  2. zou stenigen
  3. zou stenigen
  4. zouden stenigen
  5. zouden stenigen
  6. zouden stenigen
en verder
  1. ben gestenigd
  2. bent gestenigd
  3. is gestenigd
  4. zijn gestenigd
  5. zijn gestenigd
  6. zijn gestenigd
diversen
  1. stenig!
  2. stenigt!
  5. gestenigd
  6. stenigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0198 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos