Resumen


Neerlandés

Sinónimos detallados de stilhouden en neerlandés

stilhouden:

stilhouden [znw.] sustantivo

  1. stilhouden
    het stoppen; aborteren; stilhouden

stilhouden verbo (houd stil, houdt stil, hield stil, hielden stil, stil gehouden)

  1. stilhouden
    stoppen; inhouden; blijven staan; stilstaan; stilhouden
    • stoppen verbo (stop, stopt, stopte, stopten, gestopt)
    • inhouden verbo (houd in, houdt in, hield in, hielden in, ingehouden)
    • blijven staan verbo (blijf staan, blijft staan, bleef staan, bleven staan, staan gebleven)
    • stilstaan verbo (sta stil, staat stil, stond stil, stonden stil, stil gestaan)
    • stilhouden verbo (houd stil, houdt stil, hield stil, hielden stil, stil gehouden)

Conjugaciones de stilhouden:

o.t.t.
  1. houd stil
  2. houdt stil
  3. houdt stil
  4. houden stil
  5. houden stil
  6. houden stil
o.v.t.
  1. hield stil
  2. hield stil
  3. hield stil
  4. hielden stil
  5. hielden stil
  6. hielden stil
v.t.t.
  1. heb stil gehouden
  2. hebt stil gehouden
  3. heeft stil gehouden
  4. hebben stil gehouden
  5. hebben stil gehouden
  6. hebben stil gehouden
v.v.t.
  1. had stil gehouden
  2. had stil gehouden
  3. had stil gehouden
  4. hadden stil gehouden
  5. hadden stil gehouden
  6. hadden stil gehouden
o.t.t.t.
  1. zal stilhouden
  2. zult stilhouden
  3. zal stilhouden
  4. zullen stilhouden
  5. zullen stilhouden
  6. zullen stilhouden
o.v.t.t.
  1. zou stilhouden
  2. zou stilhouden
  3. zou stilhouden
  4. zouden stilhouden
  5. zouden stilhouden
  6. zouden stilhouden
en verder
  1. ben stil gehouden
  2. bent stil gehouden
  3. is stil gehouden
  4. zijn stil gehouden
  5. zijn stil gehouden
  6. zijn stil gehouden
diversen
  1. houd stil!
  2. houdt stil!
  3. stil gehouden
  4. stil houdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze