Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. stomen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de stomen en neerlandés

stomen:

stomen verbo (stoom, stoomt, stoomde, stoomden, gestoomd)

  1. stomen
    stomen; dampen; uitwasemen; wasemen
    • stomen verbo (stoom, stoomt, stoomde, stoomden, gestoomd)
    • dampen verbo (damp, dampt, dampte, dampten, gedampt)
    • uitwasemen verbo (wasem uit, wasemt uit, wasemde uit, wasemden uit, uitgewasemd)
    • wasemen verbo (wasem, wasemt, wasemde, wasemden, gewasemd)

Conjugaciones de stomen:

o.t.t.
  1. stoom
  2. stoomt
  3. stoomt
  4. stomen
  5. stomen
  6. stomen
o.v.t.
  1. stoomde
  2. stoomde
  3. stoomde
  4. stoomden
  5. stoomden
  6. stoomden
v.t.t.
  1. ben gestoomd
  2. bent gestoomd
  3. is gestoomd
  4. zijn gestoomd
  5. zijn gestoomd
  6. zijn gestoomd
v.v.t.
  1. was gestoomd
  2. was gestoomd
  3. was gestoomd
  4. waren gestoomd
  5. waren gestoomd
  6. waren gestoomd
o.t.t.t.
  1. zal stomen
  2. zult stomen
  3. zal stomen
  4. zullen stomen
  5. zullen stomen
  6. zullen stomen
o.v.t.t.
  1. zou stomen
  2. zou stomen
  3. zou stomen
  4. zouden stomen
  5. zouden stomen
  6. zouden stomen
diversen
  1. stoom!
  2. stoomt!
  3. gestoomd
  4. stomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "stomen":