Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. storm:
  2. stormen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de storm en neerlandés

storm:

storm [de ~ (m)] sustantivo

  1. de storm
    de storm; zwaar weer

Palabras relacionadas con "storm":


storm forma de stormen:

stormen [de ~] sustantivo, plural

  1. de stormen
    de stormen
    • stormen [de ~] sustantivo, plural

stormen verbo (storm, stormt, stormde, stormden, gestormd)

  1. stormen
    stormen; hard waaien
  2. stormen
    – heel hard erheen lopen 1
    stormen
    – heel hard erheen lopen 1
    • stormen verbo (storm, stormt, stormde, stormden, gestormd)
      • de kinderen stormden op de taart af1
  3. stormen
    – heel hard waaien 1
    stormen
    – heel hard waaien 1
    • stormen verbo (storm, stormt, stormde, stormden, gestormd)
      • als het stormt kun je geen paraplu gebruiken1

Conjugaciones de stormen:

o.t.t.
  1. storm
  2. stormt
  3. stormt
  4. stormen
  5. stormen
  6. stormen
o.v.t.
  1. stormde
  2. stormde
  3. stormde
  4. stormden
  5. stormden
  6. stormden
v.t.t.
  1. heb gestormd
  2. hebt gestormd
  3. heeft gestormd
  4. hebben gestormd
  5. hebben gestormd
  6. hebben gestormd
v.v.t.
  1. had gestormd
  2. had gestormd
  3. had gestormd
  4. hadden gestormd
  5. hadden gestormd
  6. hadden gestormd
o.t.t.t.
  1. zal stormen
  2. zult stormen
  3. zal stormen
  4. zullen stormen
  5. zullen stormen
  6. zullen stormen
o.v.t.t.
  1. zou stormen
  2. zou stormen
  3. zou stormen
  4. zouden stormen
  5. zouden stormen
  6. zouden stormen
en verder
  1. ben gestormd
  2. bent gestormd
  3. is gestormd
  4. zijn gestormd
  5. zijn gestormd
  6. zijn gestormd
diversen
  1. storm!
  2. stormt!
  3. gestormd
  4. stormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "stormen":


Definiciones relacionadas de "stormen":

  1. heel hard erheen lopen1
    • de kinderen stormden op de taart af1
  2. heel hard waaien1
    • als het stormt kun je geen paraplu gebruiken1