Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. storneren:


Neerlandés

Sinónimos detallados de storneren en neerlandés

storneren:

storneren verbo (storneer, storneert, storneerde, storneerden, gestorneerd)

  1. storneren
    storneren; terugboeken
    • storneren verbo (storneer, storneert, storneerde, storneerden, gestorneerd)
    • terugboeken verbo (boek terug, boekt terug, boekte terug, boekten terug, teruggeboekt)

Conjugaciones de storneren:

o.t.t.
  1. storneer
  2. storneert
  3. storneert
  4. storneren
  5. storneren
  6. storneren
o.v.t.
  1. storneerde
  2. storneerde
  3. storneerde
  4. storneerden
  5. storneerden
  6. storneerden
v.t.t.
  1. heb gestorneerd
  2. hebt gestorneerd
  3. heeft gestorneerd
  4. hebben gestorneerd
  5. hebben gestorneerd
  6. hebben gestorneerd
v.v.t.
  1. had gestorneerd
  2. had gestorneerd
  3. had gestorneerd
  4. hadden gestorneerd
  5. hadden gestorneerd
  6. hadden gestorneerd
o.t.t.t.
  1. zal storneren
  2. zult storneren
  3. zal storneren
  4. zullen storneren
  5. zullen storneren
  6. zullen storneren
o.v.t.t.
  1. zou storneren
  2. zou storneren
  3. zou storneren
  4. zouden storneren
  5. zouden storneren
  6. zouden storneren
en verder
  1. ben gestorneerd
  2. bent gestorneerd
  3. is gestorneerd
  4. zijn gestorneerd
  5. zijn gestorneerd
  6. zijn gestorneerd
diversen
  1. storneer!
  2. storneert!
  3. gestorneerd
  4. stornerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze