Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir strengelen

Sinónimos de "strengelen" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. strengelen:

Neerlandés

Sinónimos detallados de strengelen en neerlandés

strengelen:

strengelen verbo (strengel, strengelt, strengelde, strengelden, getrengeld)

  1. strengelen
    strengelen; ineenvlechten; vlechten
    • strengelen verbo (strengel, strengelt, strengelde, strengelden, getrengeld)
    • ineenvlechten verbo (vlecht ineen, vlocht ineen, vlochten ineen, ineengevlochten)
    • vlechten verbo (vlecht, vlocht, vlochten, gevlochten)

Conjugaciones de strengelen:

o.t.t.
  1. strengel
  2. strengelt
  3. strengelt
  4. strengelen
  5. strengelen
  6. strengelen
o.v.t.
  1. strengelde
  2. strengelde
  3. strengelde
  4. strengelden
  5. strengelden
  6. strengelden
v.t.t.
  1. heb getrengeld
  2. hebt getrengeld
  3. heeft getrengeld
  4. hebben getrengeld
  5. hebben getrengeld
  6. hebben getrengeld
v.v.t.
  1. had getrengeld
  2. had getrengeld
  3. had getrengeld
  4. hadden getrengeld
  5. hadden getrengeld
  6. hadden getrengeld
o.t.t.t.
  1. zal strengelen
  2. zult strengelen
  3. zal strengelen
  4. zullen strengelen
  5. zullen strengelen
  6. zullen strengelen
o.v.t.t.
  1. zou strengelen
  2. zou strengelen
  3. zou strengelen
  4. zouden strengelen
  5. zouden strengelen
  6. zouden strengelen
en verder
  1. ben getrengeld
  2. bent getrengeld
  3. is getrengeld
  4. zijn getrengeld
  5. zijn getrengeld
  6. zijn getrengeld
diversen
  1. strengel!
  2. strengelt!
  5. getrengeld
  6. strengelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0136 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos