Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. structureren:


Neerlandés

Sinónimos detallados de structureren en neerlandés

structureren:

structureren verbo (structureer, structureert, structureerde, structureerden, gestructureerd)

  1. structureren
    structureren; struktureren; structuur aanbrengen
    • structureren verbo (structureer, structureert, structureerde, structureerden, gestructureerd)
    • struktureren verbo (struktureer, struktureert, struktureerde, struktureerden, gestruktureerd)
    • structuur aanbrengen verbo (breng structuur aan, brengt structuur aan, bracht structuuur aan, brachten structuur aan, structuur aangebracht)

Conjugaciones de structureren:

o.t.t.
  1. structureer
  2. structureert
  3. structureert
  4. structureren
  5. structureren
  6. structureren
o.v.t.
  1. structureerde
  2. structureerde
  3. structureerde
  4. structureerden
  5. structureerden
  6. structureerden
v.t.t.
  1. heb gestructureerd
  2. hebt gestructureerd
  3. heeft gestructureerd
  4. hebben gestructureerd
  5. hebben gestructureerd
  6. hebben gestructureerd
v.v.t.
  1. had gestructureerd
  2. had gestructureerd
  3. had gestructureerd
  4. hadden gestructureerd
  5. hadden gestructureerd
  6. hadden gestructureerd
o.t.t.t.
  1. zal structureren
  2. zult structureren
  3. zal structureren
  4. zullen structureren
  5. zullen structureren
  6. zullen structureren
o.v.t.t.
  1. zou structureren
  2. zou structureren
  3. zou structureren
  4. zouden structureren
  5. zouden structureren
  6. zouden structureren
en verder
  1. ben gestructureerd
  2. bent gestructureerd
  3. is gestructureerd
  4. zijn gestructureerd
  5. zijn gestructureerd
  6. zijn gestructureerd
diversen
  1. structureer!
  2. structureert!
  3. gestructureerd
  4. structurerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze