Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. stukadoor:


Neerlandés

Sinónimos detallados de stukadoor en neerlandés

stukadoor:

stukadoor [de ~ (m)] sustantivo

  1. de stukadoor
    de stukadoor; de stucwerker
  2. de stukadoor
    – wie muren en plafonds glad maakt met gips 1
    de stukadoor
    – wie muren en plafonds glad maakt met gips 1
    • stukadoor [de ~ (m)] sustantivo
      • de stukadoor moest komen om de wanden af te werken1

Palabras relacionadas con "stukadoor":


Definiciones relacionadas de "stukadoor":

  1. wie muren en plafonds glad maakt met gips1
    • de stukadoor moest komen om de wanden af te werken1