Resumen


Neerlandés

Sinónimos detallados de tenderen naar en neerlandés

tenderen naar:

tenderen naar verbo (tender naar, tendert naar, tenderde naar, tenderden naar, getenderd naar)

  1. tenderen naar
    neigen; overhellen; tenderen naar; overhellen tot een denkwijze
  2. tenderen naar
    zwemen; tenderen naar; toeneigen
    • zwemen verbo (zweem, zweemt, zweemde, zweemden, gezweemd)
    • tenderen naar verbo (tender naar, tendert naar, tenderde naar, tenderden naar, getenderd naar)
    • toeneigen verbo (eigen toe, eigent toe, eigende toe, eigenden toe, toegeeigend)

Conjugaciones de tenderen naar:

o.t.t.
  1. tender naar
  2. tendert naar
  3. tendert naar
  4. tenderen naar
  5. tenderen naar
  6. tenderen naar
o.v.t.
  1. tenderde naar
  2. tenderde naar
  3. tenderde naar
  4. tenderden naar
  5. tenderden naar
  6. tenderden naar
v.t.t.
  1. heb getenderd naar
  2. hebt getenderd naar
  3. heeft getenderd naar
  4. hebben getenderd naar
  5. hebben getenderd naar
  6. hebben getenderd naar
v.v.t.
  1. had getenderd naar
  2. had getenderd naar
  3. had getenderd naar
  4. hadden getenderd naar
  5. hadden getenderd naar
  6. hadden getenderd naar
o.t.t.t.
  1. zal tenderen naar
  2. zult tenderen naar
  3. zal tenderen naar
  4. zullen tenderen naar
  5. zullen tenderen naar
  6. zullen tenderen naar
o.v.t.t.
  1. zou tenderen naar
  2. zou tenderen naar
  3. zou tenderen naar
  4. zouden tenderen naar
  5. zouden tenderen naar
  6. zouden tenderen naar
en verder
  1. ben getenderd naar
  2. bent getenderd naar
  3. is getenderd naar
  4. zijn getenderd naar
  5. zijn getenderd naar
  6. zijn getenderd naar
diversen
  1. tender naar!
  2. tendert naar!
  3. getenderd naar
  4. tenderend naar
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de tenderen naar