Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir terugleggen

Sinónimos de "terugleggen" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. terugleggen:

Neerlandés

Sinónimos detallados de terugleggen en neerlandés

terugleggen:

terugleggen verbo (leg terug, legt terug, legde terug, legden terug, teruggelegd)

  1. terugleggen
    terugplaatsen; terugzetten; terugleggen
    • terugplaatsen verbo (plaats terug, plaatst terug, plaatste terug, plaatsten terug, teruggeplaatst)
    • terugzetten verbo (zet terug, zette terug, zetten terug, teruggezet)
    • terugleggen verbo (leg terug, legt terug, legde terug, legden terug, teruggelegd)

Conjugaciones de terugleggen:

o.t.t.
  1. leg terug
  2. legt terug
  3. legt terug
  4. leggen terug
  5. leggen terug
  6. leggen terug
o.v.t.
  1. legde terug
  2. legde terug
  3. legde terug
  4. legden terug
  5. legden terug
  6. legden terug
v.t.t.
  1. heb teruggelegd
  2. hebt teruggelegd
  3. heeft teruggelegd
  4. hebben teruggelegd
  5. hebben teruggelegd
  6. hebben teruggelegd
v.v.t.
  1. had teruggelegd
  2. had teruggelegd
  3. had teruggelegd
  4. hadden teruggelegd
  5. hadden teruggelegd
  6. hadden teruggelegd
o.t.t.t.
  1. zal terugleggen
  2. zult terugleggen
  3. zal terugleggen
  4. zullen terugleggen
  5. zullen terugleggen
  6. zullen terugleggen
o.v.t.t.
  1. zou terugleggen
  2. zou terugleggen
  3. zou terugleggen
  4. zouden terugleggen
  5. zouden terugleggen
  6. zouden terugleggen
en verder
  1. ben teruggelegd
  2. bent teruggelegd
  3. is teruggelegd
  4. zijn teruggelegd
  5. zijn teruggelegd
  6. zijn teruggelegd
diversen
  1. leg terug!
  2. legt terug!
  5. teruggelegd
  6. terugleggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0132 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos