Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. toemoedigen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de toemoedigen en neerlandés

toemoedigen:

toemoedigen verbo (moedig toe, moedigt toe, moedigde toe, moedigden toe, toegemoedigd)

  1. toemoedigen
    aanmoedigen; aanvuren; toemoedigen; bemoedigen; stimuleren
    • aanmoedigen verbo (moedig aan, moedigt aan, moedigde aan, moedigden aan, aangemoedigd)
    • aanvuren verbo (vuur aan, vuurt aan, vuurde aan, vuurden aan, aangevuurd)
    • toemoedigen verbo (moedig toe, moedigt toe, moedigde toe, moedigden toe, toegemoedigd)
    • bemoedigen verbo (bemoedig, bemoedigt, bemoedigde, bemoedigden, bemoedigd)
    • stimuleren verbo (stimuleer, stimuleert, stimuleerde, stimuleerden, gestimuleerd)

Conjugaciones de toemoedigen:

o.t.t.
  1. moedig toe
  2. moedigt toe
  3. moedigt toe
  4. moedigen toe
  5. moedigen toe
  6. moedigen toe
o.v.t.
  1. moedigde toe
  2. moedigde toe
  3. moedigde toe
  4. moedigden toe
  5. moedigden toe
  6. moedigden toe
v.t.t.
  1. heb toegemoedigd
  2. hebt toegemoedigd
  3. heeft toegemoedigd
  4. hebben toegemoedigd
  5. hebben toegemoedigd
  6. hebben toegemoedigd
v.v.t.
  1. had toegemoedigd
  2. had toegemoedigd
  3. had toegemoedigd
  4. hadden toegemoedigd
  5. hadden toegemoedigd
  6. hadden toegemoedigd
o.t.t.t.
  1. zal toemoedigen
  2. zult toemoedigen
  3. zal toemoedigen
  4. zullen toemoedigen
  5. zullen toemoedigen
  6. zullen toemoedigen
o.v.t.t.
  1. zou toemoedigen
  2. zou toemoedigen
  3. zou toemoedigen
  4. zouden toemoedigen
  5. zouden toemoedigen
  6. zouden toemoedigen
en verder
  1. ben toegemoedigd
  2. bent toegemoedigd
  3. is toegemoedigd
  4. zijn toegemoedigd
  5. zijn toegemoedigd
  6. zijn toegemoedigd
diversen
  1. moedig toe!
  2. moedigt toe!
  3. toegemoedigd
  4. toemoedigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze