Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. toeschijnen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de toeschijnen en neerlandés

toeschijnen:

toeschijnen verbo (schijn toe, schijnt toe, scheen toe, schenen toe, toegeschenen)

  1. toeschijnen
    schijnen; lijken; eruit zien; toeschijnen
    • schijnen verbo (schijn, schijnt, scheen, schenen, geschenen)
    • lijken verbo (lijk, lijkt, leek, leken, geleken)
    • eruit zien verbo (zie eruit, ziet eruit, zag eruit, zagen eruit, eruit gezien)
    • toeschijnen verbo (schijn toe, schijnt toe, scheen toe, schenen toe, toegeschenen)

Conjugaciones de toeschijnen:

o.t.t.
  1. schijn toe
  2. schijnt toe
  3. schijnt toe
  4. schijnen toe
  5. schijnen toe
  6. schijnen toe
o.v.t.
  1. scheen toe
  2. scheen toe
  3. scheen toe
  4. schenen toe
  5. schenen toe
  6. schenen toe
v.t.t.
  1. heb toegeschenen
  2. hebt toegeschenen
  3. heeft toegeschenen
  4. hebben toegeschenen
  5. hebben toegeschenen
  6. hebben toegeschenen
v.v.t.
  1. had toegeschenen
  2. had toegeschenen
  3. had toegeschenen
  4. hadden toegeschenen
  5. hadden toegeschenen
  6. hadden toegeschenen
o.t.t.t.
  1. zal toeschijnen
  2. zult toeschijnen
  3. zal toeschijnen
  4. zullen toeschijnen
  5. zullen toeschijnen
  6. zullen toeschijnen
o.v.t.t.
  1. zou toeschijnen
  2. zou toeschijnen
  3. zou toeschijnen
  4. zouden toeschijnen
  5. zouden toeschijnen
  6. zouden toeschijnen
en verder
  1. ben toegeschenen
  2. bent toegeschenen
  3. is toegeschenen
  4. zijn toegeschenen
  5. zijn toegeschenen
  6. zijn toegeschenen
diversen
  1. schijn toe!
  2. schijnt toe!
  3. toegeschenen
  4. toeschijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze