Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. uitwuiven:


Neerlandés

Sinónimos detallados de uitwuiven en neerlandés

uitwuiven:

uitwuiven verbo (wuif uit, wuift uit, wuifde uit, wuifden uit, uitgewuifd)

  1. uitwuiven
    uitwuiven
    • uitwuiven verbo (wuif uit, wuift uit, wuifde uit, wuifden uit, uitgewuifd)

Conjugaciones de uitwuiven:

o.t.t.
  1. wuif uit
  2. wuift uit
  3. wuift uit
  4. wuifen uit
  5. wuifen uit
  6. wuifen uit
o.v.t.
  1. wuifde uit
  2. wuifde uit
  3. wuifde uit
  4. wuifden uit
  5. wuifden uit
  6. wuifden uit
v.t.t.
  1. heb uitgewuifd
  2. hebt uitgewuifd
  3. heeft uitgewuifd
  4. hebben uitgewuifd
  5. hebben uitgewuifd
  6. hebben uitgewuifd
v.v.t.
  1. had uitgewuifd
  2. had uitgewuifd
  3. had uitgewuifd
  4. hadden uitgewuifd
  5. hadden uitgewuifd
  6. hadden uitgewuifd
o.t.t.t.
  1. zal uitwuiven
  2. zult uitwuiven
  3. zal uitwuiven
  4. zullen uitwuiven
  5. zullen uitwuiven
  6. zullen uitwuiven
o.v.t.t.
  1. zou uitwuiven
  2. zou uitwuiven
  3. zou uitwuiven
  4. zouden uitwuiven
  5. zouden uitwuiven
  6. zouden uitwuiven
en verder
  1. ben uitgewuifd
  2. bent uitgewuifd
  3. is uitgewuifd
  4. zijn uitgewuifd
  5. zijn uitgewuifd
  6. zijn uitgewuifd
diversen
  1. wuif uit!
  2. wuift uit!
  3. uitgewuifd
  4. uitwuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze