Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir urineren

Sinónimos de "urineren" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. urineren:

Neerlandés

Sinónimos detallados de urineren en neerlandés

urineren:

urineren verbo (urineer, urineert, urineerde, urineerden, geurineerd)

  1. urineren
    plassen; urineren; wateren
    • plassen verbo (plas, plast, plaste, plasten, geplast)
    • urineren verbo (urineer, urineert, urineerde, urineerden, geurineerd)
    • wateren verbo (water, watert, waterde, waterden, gewaterd)

Conjugaciones de urineren:

o.t.t.
  1. urineer
  2. urineert
  3. urineert
  4. urineren
  5. urineren
  6. urineren
o.v.t.
  1. urineerde
  2. urineerde
  3. urineerde
  4. urineerden
  5. urineerden
  6. urineerden
v.t.t.
  1. heb geurineerd
  2. hebt geurineerd
  3. heeft geurineerd
  4. hebben geurineerd
  5. hebben geurineerd
  6. hebben geurineerd
v.v.t.
  1. had geurineerd
  2. had geurineerd
  3. had geurineerd
  4. hadden geurineerd
  5. hadden geurineerd
  6. hadden geurineerd
o.t.t.t.
  1. zal urineren
  2. zult urineren
  3. zal urineren
  4. zullen urineren
  5. zullen urineren
  6. zullen urineren
o.v.t.t.
  1. zou urineren
  2. zou urineren
  3. zou urineren
  4. zouden urineren
  5. zouden urineren
  6. zouden urineren
en verder
  1. ben geurineerd
  2. bent geurineerd
  3. is geurineerd
  4. zijn geurineerd
  5. zijn geurineerd
  6. zijn geurineerd
diversen
  1. urineer!
  2. urineert!
  5. geurineerd
  6. urinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0419 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos