Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. van zijn positie verdrijven:


Neerlandés

Sinónimos detallados de van zijn positie verdrijven en neerlandés

van zijn positie verdrijven:

van zijn positie verdrijven verbo (verdrijf van zijn positie, verdrijft van zijn positie, verdreef van zijn positie, verdreven van zijn positie, van zijn positie verdreven)

  1. van zijn positie verdrijven
    afdanken; afvloeien; van zijn positie verdrijven; congé geven; eruit gooien; aan de dijk zetten
    • afdanken verbo (dank af, dankt af, dankte af, dankten af, afgedankt)
    • afvloeien verbo (vloei af, vloeit af, vloeide af, vloeiden af, afgevloeid)
    • van zijn positie verdrijven verbo (verdrijf van zijn positie, verdrijft van zijn positie, verdreef van zijn positie, verdreven van zijn positie, van zijn positie verdreven)
    • congé geven verbo
    • eruit gooien verbo (gooi eruit, gooit eruit, gooide eruit, gooiden eruit, eruit gegooid)
    • aan de dijk zetten verbo (zet aan de dijk, zette aan de dijk, zetten aan de dijk, aan de dijk gezet)

Conjugaciones de van zijn positie verdrijven:

o.t.t.
  1. verdrijf van zijn positie
  2. verdrijft van zijn positie
  3. verdrijft van zijn positie
  4. verdrijven van zijn positie
  5. verdrijven van zijn positie
  6. verdrijven van zijn positie
o.v.t.
  1. verdreef van zijn positie
  2. verdreef van zijn positie
  3. verdreef van zijn positie
  4. verdreven van zijn positie
  5. verdreven van zijn positie
  6. verdreven van zijn positie
v.t.t.
  1. heb van zijn positie verdreven
  2. hebt van zijn positie verdreven
  3. heeft van zijn positie verdreven
  4. hebben van zijn positie verdreven
  5. hebben van zijn positie verdreven
  6. hebben van zijn positie verdreven
v.v.t.
  1. had van zijn positie verdreven
  2. had van zijn positie verdreven
  3. had van zijn positie verdreven
  4. hadden van zijn positie verdreven
  5. hadden van zijn positie verdreven
  6. hadden van zijn positie verdreven
o.t.t.t.
  1. zal van zijn positie verdrijven
  2. zult van zijn positie verdrijven
  3. zal van zijn positie verdrijven
  4. zullen van zijn positie verdrijven
  5. zullen van zijn positie verdrijven
  6. zullen van zijn positie verdrijven
o.v.t.t.
  1. zou van zijn positie verdrijven
  2. zou van zijn positie verdrijven
  3. zou van zijn positie verdrijven
  4. zouden van zijn positie verdrijven
  5. zouden van zijn positie verdrijven
  6. zouden van zijn positie verdrijven
en verder
  1. ben van zijn positie verdreven
  2. bent van zijn positie verdreven
  3. is van zijn positie verdreven
  4. zijn van zijn positie verdreven
  5. zijn van zijn positie verdreven
  6. zijn van zijn positie verdreven
diversen
  1. verdrijf van zijn positie!
  2. verdrijft van zijn positie!
  3. van zijn positie verdreven
  4. van zijn positie verdrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de van zijn positie verdrijven