Neerlandés
Sinónimos detallados de vanzelfsprekend en neerlandés
vanzelfsprekend:
-
vanzelfsprekend
vanzelfsprekend; natuurlijk; uiteraard; zonder twijfel; bijgevolg; onontkomelijk; zeker; dus; logisch; allicht; 'tuurlijk-
vanzelfsprekend adj.
-
natuurlijk adj.
-
uiteraard adv.
-
zonder twijfel adj.
-
bijgevolg adv.
-
onontkomelijk adj.
-
zeker adj.
-
dus adj.
-
logisch adj.
-
allicht adv.
-
-
vanzelfsprekend
-
vanzelfsprekend
– wat iedereen zo begrijpt 1natuurlijk; vanzelfsprekend; uiteraard; vanzelf– wat iedereen zo begrijpt 1-
natuurlijk adj.
-
vanzelfsprekend adj.
-
uiteraard adv.
-
vanzelf adv.
-