Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. verenigen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de verenigen en neerlandés

verenigen:

verenigen verbo (verenig, verenigt, verenigde, verenigden, verenigd)

  1. verenigen
    verzamelen; verenigen
    • verzamelen verbo (verzamel, verzamelt, verzamelde, verzamelden, verzameld)
    • verenigen verbo (verenig, verenigt, verenigde, verenigden, verenigd)
  2. verenigen
    – er één geheel van maken 1
    verenigen
    – er één geheel van maken 1
    • verenigen verbo (verenig, verenigt, verenigde, verenigden, verenigd)
      • de voorzitter probeerde de standpunten te verenigen1
  3. verenigen
    – het er niet mee eens zijn 1
    verenigen
    – het er niet mee eens zijn 1
    • verenigen verbo (verenig, verenigt, verenigde, verenigden, verenigd)
      • ik kan mij niet met dat voorstel verenigen1
  4. verenigen
    – één geheel worden 1
    verenigen
    – één geheel worden 1
    • verenigen verbo (verenig, verenigt, verenigde, verenigden, verenigd)
      • de twee partijen hebben zich verenigd in één nieuwe partij1

Conjugaciones de verenigen:

o.t.t.
  1. verenig
  2. verenigt
  3. verenigt
  4. verenigen
  5. verenigen
  6. verenigen
o.v.t.
  1. verenigde
  2. verenigde
  3. verenigde
  4. verenigden
  5. verenigden
  6. verenigden
v.t.t.
  1. heb verenigd
  2. hebt verenigd
  3. heeft verenigd
  4. hebben verenigd
  5. hebben verenigd
  6. hebben verenigd
v.v.t.
  1. had verenigd
  2. had verenigd
  3. had verenigd
  4. hadden verenigd
  5. hadden verenigd
  6. hadden verenigd
o.t.t.t.
  1. zal verenigen
  2. zult verenigen
  3. zal verenigen
  4. zullen verenigen
  5. zullen verenigen
  6. zullen verenigen
o.v.t.t.
  1. zou verenigen
  2. zou verenigen
  3. zou verenigen
  4. zouden verenigen
  5. zouden verenigen
  6. zouden verenigen
en verder
  1. ben verenigd
  2. bent verenigd
  3. is verenigd
  4. zijn verenigd
  5. zijn verenigd
  6. zijn verenigd
diversen
  1. verenig!
  2. verenigt!
  3. verenigd
  4. verenigen
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Antónimos de "verenigen":


Definiciones relacionadas de "verenigen":

  1. er één geheel van maken1
    • de voorzitter probeerde de standpunten te verenigen1
  2. het er niet mee eens zijn1
    • ik kan mij niet met dat voorstel verenigen1
  3. één geheel worden1
    • de twee partijen hebben zich verenigd in één nieuwe partij1

Sinónimos relacionados de verenigen