Neerlandés

Sinónimos detallados de vermoorden en neerlandés

vermoorden:

vermoorden verbo (vermoord, vermoordt, vermoordde, vermoordden, vermoord)

  1. vermoorden
    doden; vermoorden; liquideren; van kant maken; doodmaken; afmaken; doodslaan; ombrengen
    • doden verbo (dood, doodt, doodde, doodden, gedood)
    • vermoorden verbo (vermoord, vermoordt, vermoordde, vermoordden, vermoord)
    • liquideren verbo (liquideer, liquideert, liquideerde, liquideerden, geliquideerd)
    • van kant maken verbo (maak van kant, maakt van kant, maakte van kant, maakten van kant, van kant gemaakt)
    • doodmaken verbo (maak dood, maakt dood, maakte dood, maakten dood, doodgemaakt)
    • afmaken verbo (maak af, maakt af, maakte af, maakten af, afgemaakt)
    • doodslaan verbo (sla dood, slaat dood, sloeg dood, sloegen dood, doodgeslagen)
    • ombrengen verbo (breng om, brengt om, bracht om, brachten om, omgebracht)
  2. vermoorden
    executeren; doodvonnis uitvoeren; vermoorden; doodschieten; om het leven brengen; ombrengen
  3. vermoorden
    afmaken; moorden; afslachten; doden; ombrengen; om het leven brengen; vermoorden
    • afmaken verbo (maak af, maakt af, maakte af, maakten af, afgemaakt)
    • moorden verbo (moord, moordt, moordde, moordden, gemoord)
    • afslachten verbo (slacht af, slachtte af, slachtten af, afgeslacht)
    • doden verbo (dood, doodt, doodde, doodden, gedood)
    • ombrengen verbo (breng om, brengt om, bracht om, brachten om, omgebracht)
    • vermoorden verbo (vermoord, vermoordt, vermoordde, vermoordden, vermoord)
  4. vermoorden
    – hem met opzet doden 1
    vermoorden
    – hem met opzet doden 1
    • vermoorden verbo (vermoord, vermoordt, vermoordde, vermoordden, vermoord)
      • de overvaller heeft de winkelier vermoord1

Conjugaciones de vermoorden:

o.t.t.
  1. vermoord
  2. vermoordt
  3. vermoordt
  4. vermoorden
  5. vermoorden
  6. vermoorden
o.v.t.
  1. vermoordde
  2. vermoordde
  3. vermoordde
  4. vermoordden
  5. vermoordden
  6. vermoordden
v.t.t.
  1. heb vermoord
  2. hebt vermoord
  3. heeft vermoord
  4. hebben vermoord
  5. hebben vermoord
  6. hebben vermoord
v.v.t.
  1. had vermoord
  2. had vermoord
  3. had vermoord
  4. hadden vermoord
  5. hadden vermoord
  6. hadden vermoord
o.t.t.t.
  1. zal vermoorden
  2. zult vermoorden
  3. zal vermoorden
  4. zullen vermoorden
  5. zullen vermoorden
  6. zullen vermoorden
o.v.t.t.
  1. zou vermoorden
  2. zou vermoorden
  3. zou vermoorden
  4. zouden vermoorden
  5. zouden vermoorden
  6. zouden vermoorden
diversen
  1. vermoord!
  2. vermoordt!
  3. vermoord
  4. vermoordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Definiciones relacionadas de "vermoorden":

  1. hem met opzet doden1
    • de overvaller heeft de winkelier vermoord1