Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. veronderstellen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de veronderstellen en neerlandés

veronderstellen:

veronderstellen verbo (veronderstel, veronderstelt, veronderstelde, veronderstelden, verondersteld)

  1. veronderstellen
    veronderstellen; aannemen; uitgaan van
    • veronderstellen verbo (veronderstel, veronderstelt, veronderstelde, veronderstelden, verondersteld)
    • aannemen verbo (neem aan, neemt aan, nam aan, namen aan, aangenomen)
    • uitgaan van verbo

Conjugaciones de veronderstellen:

o.t.t.
  1. veronderstel
  2. veronderstelt
  3. veronderstelt
  4. veronderstellen
  5. veronderstellen
  6. veronderstellen
o.v.t.
  1. veronderstelde
  2. veronderstelde
  3. veronderstelde
  4. veronderstelden
  5. veronderstelden
  6. veronderstelden
v.t.t.
  1. heb verondersteld
  2. hebt verondersteld
  3. heeft verondersteld
  4. hebben verondersteld
  5. hebben verondersteld
  6. hebben verondersteld
v.v.t.
  1. had verondersteld
  2. had verondersteld
  3. had verondersteld
  4. hadden verondersteld
  5. hadden verondersteld
  6. hadden verondersteld
o.t.t.t.
  1. zal veronderstellen
  2. zult veronderstellen
  3. zal veronderstellen
  4. zullen veronderstellen
  5. zullen veronderstellen
  6. zullen veronderstellen
o.v.t.t.
  1. zou veronderstellen
  2. zou veronderstellen
  3. zou veronderstellen
  4. zouden veronderstellen
  5. zouden veronderstellen
  6. zouden veronderstellen
diversen
  1. veronderstel!
  2. veronderstelt!
  3. verondersteld
  4. veronderstellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

veronderstellen [znw.] sustantivo

  1. veronderstellen
    veronderstellen

Sinónimos relacionados de veronderstellen