Neerlandés
Sinónimos detallados de verwelkomen en neerlandés
verwelkomen:
-
verwelkomen
Conjugaciones de verwelkomen:
o.t.t.
- verwelkom
- verwelkomt
- verwelkomt
- verwelkomen
- verwelkomen
- verwelkomen
o.v.t.
- verwelkomde
- verwelkomde
- verwelkomde
- verwelkomden
- verwelkomden
- verwelkomden
v.t.t.
- heb verwelkomd
- hebt verwelkomd
- heeft verwelkomd
- hebben verwelkomd
- hebben verwelkomd
- hebben verwelkomd
v.v.t.
- had verwelkomd
- had verwelkomd
- had verwelkomd
- hadden verwelkomd
- hadden verwelkomd
- hadden verwelkomd
o.t.t.t.
- zal verwelkomen
- zult verwelkomen
- zal verwelkomen
- zullen verwelkomen
- zullen verwelkomen
- zullen verwelkomen
o.v.t.t.
- zou verwelkomen
- zou verwelkomen
- zou verwelkomen
- zouden verwelkomen
- zouden verwelkomen
- zouden verwelkomen
diversen
- verwelkom!
- verwelkomt!
- verwelkomd
- verwelkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze