Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. verwensen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de verwensen en neerlandés

verwensen:

verwensen verbo (verwens, verwenst, verwenste, verwensten, verwenst)

  1. verwensen
    vervloeken; verdoemen; verwensen
    • vervloeken verbo (vervloek, vervloekt, vervloekte, vervloekten, vervloekt)
    • verdoemen verbo (verdoem, verdoemt, verdoemde, verdoemden, verdoemd)
    • verwensen verbo (verwens, verwenst, verwenste, verwensten, verwenst)

Conjugaciones de verwensen:

o.t.t.
  1. verwens
  2. verwenst
  3. verwenst
  4. verwensen
  5. verwensen
  6. verwensen
o.v.t.
  1. verwenste
  2. verwenste
  3. verwenste
  4. verwensten
  5. verwensten
  6. verwensten
v.t.t.
  1. heb verwenst
  2. hebt verwenst
  3. heeft verwenst
  4. hebben verwenst
  5. hebben verwenst
  6. hebben verwenst
v.v.t.
  1. had verwenst
  2. had verwenst
  3. had verwenst
  4. hadden verwenst
  5. hadden verwenst
  6. hadden verwenst
o.t.t.t.
  1. zal verwensen
  2. zult verwensen
  3. zal verwensen
  4. zullen verwensen
  5. zullen verwensen
  6. zullen verwensen
o.v.t.t.
  1. zou verwensen
  2. zou verwensen
  3. zou verwensen
  4. zouden verwensen
  5. zouden verwensen
  6. zouden verwensen
diversen
  1. verwens!
  2. verwenst!
  3. verwenst
  4. verwensend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze