Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir visiteren

Sinónimos de "visiteren" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. visiteren:

Neerlandés

Sinónimos detallados de visiteren en neerlandés

visiteren:

visiteren verbo (visiteer, visiteert, visiteerde, visiteerden, gevisiteerd)

  1. visiteren
    visiteren; fouilleren
    • visiteren verbo (visiteer, visiteert, visiteerde, visiteerden, gevisiteerd)
    • fouilleren verbo (fouilleer, fouilleert, fouilleerde, fouilleerden, gefouilleerd)

Conjugaciones de visiteren:

o.t.t.
  1. visiteer
  2. visiteert
  3. visiteert
  4. visiteren
  5. visiteren
  6. visiteren
o.v.t.
  1. visiteerde
  2. visiteerde
  3. visiteerde
  4. visiteerden
  5. visiteerden
  6. visiteerden
v.t.t.
  1. heb gevisiteerd
  2. hebt gevisiteerd
  3. heeft gevisiteerd
  4. hebben gevisiteerd
  5. hebben gevisiteerd
  6. hebben gevisiteerd
v.v.t.
  1. had gevisiteerd
  2. had gevisiteerd
  3. had gevisiteerd
  4. hadden gevisiteerd
  5. hadden gevisiteerd
  6. hadden gevisiteerd
o.t.t.t.
  1. zal visiteren
  2. zult visiteren
  3. zal visiteren
  4. zullen visiteren
  5. zullen visiteren
  6. zullen visiteren
o.v.t.t.
  1. zou visiteren
  2. zou visiteren
  3. zou visiteren
  4. zouden visiteren
  5. zouden visiteren
  6. zouden visiteren
diversen
  1. visiteer!
  2. visiteert!
  5. gevisiteerd
  6. visiterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0145 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos