Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. voorbehoud:
  2. voorbehouden:


Neerlandés

Sinónimos detallados de voorbehoud en neerlandés

voorbehoud:

voorbehoud [het ~] sustantivo

  1. het voorbehoud
    het voorbehoud
  2. het voorbehoud
    de voorwaarde; het voorbehoud; de restrictie

Palabras relacionadas con "voorbehoud":


voorbehouden:

voorbehouden verbo (behoud voor, behoudt voor, behield voor, behielden voor, voorbehouden)

  1. voorbehouden
    voorbehouden; reserveren
    • voorbehouden verbo (behoud voor, behoudt voor, behield voor, behielden voor, voorbehouden)
    • reserveren verbo (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)

Conjugaciones de voorbehouden:

o.t.t.
  1. behoud voor
  2. behoudt voor
  3. behoudt voor
  4. behouden voor
  5. behouden voor
  6. behouden voor
o.v.t.
  1. behield voor
  2. behield voor
  3. behield voor
  4. behielden voor
  5. behielden voor
  6. behielden voor
v.t.t.
  1. heb voorbehouden
  2. hebt voorbehouden
  3. heeft voorbehouden
  4. hebben voorbehouden
  5. hebben voorbehouden
  6. hebben voorbehouden
v.v.t.
  1. had voorbehouden
  2. had voorbehouden
  3. had voorbehouden
  4. hadden voorbehouden
  5. hadden voorbehouden
  6. hadden voorbehouden
o.t.t.t.
  1. zal voorbehouden
  2. zult voorbehouden
  3. zal voorbehouden
  4. zullen voorbehouden
  5. zullen voorbehouden
  6. zullen voorbehouden
o.v.t.t.
  1. zou voorbehouden
  2. zou voorbehouden
  3. zou voorbehouden
  4. zouden voorbehouden
  5. zouden voorbehouden
  6. zouden voorbehouden
diversen
  1. behoud voor!
  2. behoudt voor!
  3. voorbehouden
  4. voorbehoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "voorbehouden":


Sinónimos relacionados de voorbehoud