Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir voorhebben

Sinónimos de "voorhebben" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. voorhebben:

Neerlandés

Sinónimos detallados de voorhebben en neerlandés

voorhebben:

voorhebben verbo (heb voor, hebt voor, had voor, hadden voor, voorgehad)

  1. voorhebben
    voorhebben; van plan zijn
    • voorhebben verbo (heb voor, hebt voor, had voor, hadden voor, voorgehad)
    • van plan zijn verbo (ben van plan, bent van plan, was van plan, waren van plan, van plan geweest)

Conjugaciones de voorhebben:

o.t.t.
  1. heb voor
  2. hebt voor
  3. hebt voor
  4. hebben voor
  5. hebben voor
  6. hebben voor
o.v.t.
  1. had voor
  2. had voor
  3. had voor
  4. hadden voor
  5. hadden voor
  6. hadden voor
v.t.t.
  1. heb voorgehad
  2. hebt voorgehad
  3. heeft voorgehad
  4. hebben voorgehad
  5. hebben voorgehad
  6. hebben voorgehad
v.v.t.
  1. had voorgehad
  2. had voorgehad
  3. had voorgehad
  4. hadden voorgehad
  5. hadden voorgehad
  6. hadden voorgehad
o.t.t.t.
  1. zal voorhebben
  2. zult voorhebben
  3. zal voorhebben
  4. zullen voorhebben
  5. zullen voorhebben
  6. zullen voorhebben
o.v.t.t.
  1. zou voorhebben
  2. zou voorhebben
  3. zou voorhebben
  4. zouden voorhebben
  5. zouden voorhebben
  6. zouden voorhebben
diversen
  1. heb voor!
  2. hebt voor!
  5. voorgehad
  6. voorhebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0535 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos