Neerlandés
Sinónimos detallados de voortdurend en neerlandés
voortdurend:
-
voortdurend
voortdurend; ononderbroken; continue; de hele tijd; onophoudelijk; steeds; almaar; gedurig; telkens; aldoor-
voortdurend adj.
-
ononderbroken adj.
-
continue adj.
-
de hele tijd adj.
-
onophoudelijk adj.
-
steeds adj.
-
almaar adv.
-
gedurig adj.
-
telkens adv.
-
aldoor adv.
-
-
voortdurend
voortdurend; constant; ononderbroken; onophoudelijk; onafgebroken; aanhoudend; onafgelaten-
voortdurend adj.
-
constant adj.
-
ononderbroken adj.
-
onophoudelijk adj.
-
onafgebroken adj.
-
aanhoudend adj.
-
onafgelaten adj.
-
-
voortdurend
-
voortdurend
altijd; continu; immer; steeds; voortdurend; onophoudelijk; permanent; doorlopend; constant-
altijd adv.
-
continu adj.
-
immer adv.
-
steeds adj.
-
voortdurend adj.
-
onophoudelijk adj.
-
permanent adj.
-
doorlopend adj.
-
constant adj.
-
-
voortdurend
-
voortdurend
ononderbroken; voortdurend; continu; continue; onophoudelijk; doorlopend; aaneengesloten; aanhoudend; onafgebroken-
ononderbroken adj.
-
voortdurend adj.
-
continu adj.
-
continue adj.
-
onophoudelijk adj.
-
doorlopend adj.
-
aaneengesloten adj.
-
aanhoudend adj.
-
onafgebroken adj.
-
-
voortdurend
– de hele tijd 1steeds; altijd; voortdurend; continu; aldoor– de hele tijd 1-
steeds adv.
-
altijd adv.
-
voortdurend adj.
-
continu adj.
-
aldoor adv.
-
Sinónimos alternativos de "voortdurend":
Antónimos de "voortdurend":
Definiciones relacionadas de "voortdurend":
voortdurend forma de voortduren:
-
voortduren
Conjugaciones de voortduren:
o.t.t.
- duur voort
- duurt voort
- duurt voort
- duren voort
- duren voort
- duren voort
o.v.t.
- duurde voort
- duurde voort
- duurde voort
- duurden voort
- duurden voort
- duurden voort
v.t.t.
- heb voortgeduurd
- hebt voortgeduurd
- heeft voortgeduurd
- hebben voortgeduurd
- hebben voortgeduurd
- hebben voortgeduurd
v.v.t.
- had voortgeduurd
- had voortgeduurd
- had voortgeduurd
- hadden voortgeduurd
- hadden voortgeduurd
- hadden voortgeduurd
o.t.t.t.
- zal voortduren
- zult voortduren
- zal voortduren
- zullen voortduren
- zullen voortduren
- zullen voortduren
o.v.t.t.
- zou voortduren
- zou voortduren
- zou voortduren
- zouden voortduren
- zouden voortduren
- zouden voortduren
diversen
- duur voort!
- duurt voort!
- voortgeduurd
- voortdurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
voortduren