Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. vooruithelpen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de vooruithelpen en neerlandés

vooruithelpen:

vooruithelpen verbo (help vooruit, helpt vooruit, hielp vooruit, hielpen vooruit, vooruitgeholpen)

  1. vooruithelpen
    vooruithelpen; verderhelpen
    • vooruithelpen verbo (help vooruit, helpt vooruit, hielp vooruit, hielpen vooruit, vooruitgeholpen)
    • verderhelpen verbo (help verder, helpt verder, hielp verder, hielpen verder, verder geholpen)

Conjugaciones de vooruithelpen:

o.t.t.
  1. help vooruit
  2. helpt vooruit
  3. helpt vooruit
  4. helpen vooruit
  5. helpen vooruit
  6. helpen vooruit
o.v.t.
  1. hielp vooruit
  2. hielp vooruit
  3. hielp vooruit
  4. hielpen vooruit
  5. hielpen vooruit
  6. hielpen vooruit
v.t.t.
  1. heb vooruitgeholpen
  2. hebt vooruitgeholpen
  3. heeft vooruitgeholpen
  4. hebben vooruitgeholpen
  5. hebben vooruitgeholpen
  6. hebben vooruitgeholpen
v.v.t.
  1. had vooruitgeholpen
  2. had vooruitgeholpen
  3. had vooruitgeholpen
  4. hadden vooruitgeholpen
  5. hadden vooruitgeholpen
  6. hadden vooruitgeholpen
o.t.t.t.
  1. zal vooruithelpen
  2. zult vooruithelpen
  3. zal vooruithelpen
  4. zullen vooruithelpen
  5. zullen vooruithelpen
  6. zullen vooruithelpen
o.v.t.t.
  1. zou vooruithelpen
  2. zou vooruithelpen
  3. zou vooruithelpen
  4. zouden vooruithelpen
  5. zouden vooruithelpen
  6. zouden vooruithelpen
diversen
  1. help vooruit!
  2. helpt vooruit!
  3. vooruitgeholpen
  4. vooruithelpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze