Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. waarzeggen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de waarzeggen en neerlandés

waarzeggen:

waarzeggen verbo (waarzeg, waarzegt, waarzegde, waarzegden, waargezegd)

  1. waarzeggen
    waarzeggen
    • waarzeggen verbo (waarzeg, waarzegt, waarzegde, waarzegden, waargezegd)

Conjugaciones de waarzeggen:

o.t.t.
  1. waarzeg
  2. waarzegt
  3. waarzegt
  4. waarzeggen
  5. waarzeggen
  6. waarzeggen
o.v.t.
  1. waarzegde
  2. waarzegde
  3. waarzegde
  4. waarzegden
  5. waarzegden
  6. waarzegden
v.t.t.
  1. heb waargezegd
  2. hebt waargezegd
  3. heeft waargezegd
  4. hebben waargezegd
  5. hebben waargezegd
  6. hebben waargezegd
v.v.t.
  1. had waargezegd
  2. had waargezegd
  3. had waargezegd
  4. hadden waargezegd
  5. hadden waargezegd
  6. hadden waargezegd
o.t.t.t.
  1. zal waarzeggen
  2. zult waarzeggen
  3. zal waarzeggen
  4. zullen waarzeggen
  5. zullen waarzeggen
  6. zullen waarzeggen
o.v.t.t.
  1. zou waarzeggen
  2. zou waarzeggen
  3. zou waarzeggen
  4. zouden waarzeggen
  5. zouden waarzeggen
  6. zouden waarzeggen
diversen
  1. waarzeg!
  2. waarzegt!
  3. waargezegd
  4. waarzeggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze