Neerlandés
Sinónimos detallados de zeven en neerlandés
zeven:
-
zeven
Conjugaciones de zeven:
o.t.t.
- zeef
- zeeft
- zeeft
- zeven
- zeven
- zeven
o.v.t.
- zeefde
- zeefde
- zeefde
- zeefden
- zeefden
- zeefden
v.t.t.
- heb gezeefd
- hebt gezeefd
- heeft gezeefd
- hebben gezeefd
- hebben gezeefd
- hebben gezeefd
v.v.t.
- had gezeefd
- had gezeefd
- had gezeefd
- hadden gezeefd
- hadden gezeefd
- hadden gezeefd
o.t.t.t.
- zal zeven
- zult zeven
- zal zeven
- zullen zeven
- zullen zeven
- zullen zeven
o.v.t.t.
- zou zeven
- zou zeven
- zou zeven
- zouden zeven
- zouden zeven
- zouden zeven
diversen
- zeef!
- zeeft!
- gezeefd
- zevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de zeven
-
de zeven
– het door een zeef laten lopen 1
Conjugaciones de zeven:
o.t.t.
- zeef
- zeeft
- zeeft
- zeven
- zeven
- zeven
o.v.t.
- zeefde
- zeefde
- zeefde
- zeefden
- zeefden
- zeefden
v.t.t.
- heb gezeefd
- hebt gezeefd
- heeft gezeefd
- hebben gezeefd
- hebben gezeefd
- hebben gezeefd
v.v.t.
- had gezeefd
- had gezeefd
- had gezeefd
- hadden gezeefd
- hadden gezeefd
- hadden gezeefd
o.t.t.t.
- zal zeven
- zult zeven
- zal zeven
- zullen zeven
- zullen zeven
- zullen zeven
o.v.t.t.
- zou zeven
- zou zeven
- zou zeven
- zouden zeven
- zouden zeven
- zouden zeven
diversen
- zeef!
- zeeft!
- gezeefd
- zevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Palabras relacionadas con "zeven":
Definiciones relacionadas de "zeven":
zeven forma de zeef:
-
de zeef
-
de zeef
– halve bol met fijne gaatjes 1