Sinónimos de "zich matigen" en neerlandés
Neerlandés
Sinónimos detallados de zich matigen en neerlandés
zich matigen:
-
zich matigen
dempen;
temperen;
matigen;
zich matigen
-
dempen
verbo
(demp, dempt, dempte, dempten, gedempt)
-
temperen
verbo
(temper, tempert, temperde, temperden, getemperd)
-
matigen
verbo
(matig, matigt, matigde, matigden, gematigd)
-
Sinónimos relacionados de zich matigen