Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir ziedend

Sinónimos de "ziedend" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. ziedend:
  2. zieden:

Neerlandés

Sinónimos detallados de ziedend en neerlandés

ziedend:

ziedend adj.

  1. ziedend
    ziedend; kokend
  2. ziedend
    kwaad; boos; razend; furieus; nijdig; woest; vertoornd; spinnijdig; ziedend; toornig

ziedend forma de zieden:

zieden verbo (zied, ziedt, ziedde, ziedden, gezoden)

  1. zieden
    zieden; koken van woede

Conjugaciones de zieden:

o.t.t.
  1. zied
  2. ziedt
  3. ziedt
  4. zieden
  5. zieden
  6. zieden
o.v.t.
  1. ziedde
  2. ziedde
  3. ziedde
  4. ziedden
  5. ziedden
  6. ziedden
v.t.t.
  1. heb gezoden
  2. hebt gezoden
  3. heeft gezoden
  4. hebben gezoden
  5. hebben gezoden
  6. hebben gezoden
v.v.t.
  1. had gezoden
  2. had gezoden
  3. had gezoden
  4. hadden gezoden
  5. hadden gezoden
  6. hadden gezoden
o.t.t.t.
  1. zal zieden
  2. zult zieden
  3. zal zieden
  4. zullen zieden
  5. zullen zieden
  6. zullen zieden
o.v.t.t.
  1. zou zieden
  2. zou zieden
  3. zou zieden
  4. zouden zieden
  5. zouden zieden
  6. zouden zieden
diversen
  1. zied!
  2. ziedt!
  5. gezoden
  6. ziedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zieden [znw.] sustantivo

  1. zieden
    zieden; koken







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0594 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos