Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. zweven:


Neerlandés

Sinónimos detallados de zweven en neerlandés

zweven:

zweven verbo (zweef, zweeft, zweefde, zweefden, gezweefd)

  1. zweven
    zweven; hangen
    • zweven verbo (zweef, zweeft, zweefde, zweefden, gezweefd)
    • hangen verbo (hang, hangt, hing, hingen, gehangen)

Conjugaciones de zweven:

o.t.t.
  1. zweef
  2. zweeft
  3. zweeft
  4. zweven
  5. zweven
  6. zweefen
o.v.t.
  1. zweefen
  2. zweefde
  3. zweefde
  4. zweefden
  5. zweefden
  6. zweefden
v.t.t.
  1. heb gezweefd
  2. hebt gezweefd
  3. heeft gezweefd
  4. hebben gezweefd
  5. hebben gezweefd
  6. hebben gezweefd
v.v.t.
  1. had gezweefd
  2. had gezweefd
  3. had gezweefd
  4. hadden gezweefd
  5. hadden gezweefd
  6. hadden gezweefd
o.t.t.t.
  1. zal zweven
  2. zult zweven
  3. zal zweven
  4. zullen zweven
  5. zullen zweven
  6. zullen zweven
o.v.t.t.
  1. zou zweven
  2. zou zweven
  3. zou zweven
  4. zouden zweven
  5. zouden zweven
  6. zouden zweven
diversen
  1. zweef!
  2. zweeft!
  3. gezweefd
  4. zwevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de zweven