Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. veel:
  2. velen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de veel de neerlandés a sueco

veel:

veel adj.

  1. veel
    ofta

Translation Matrix for veel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
- boel; hoop; massa; stoot
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
- menig; menigeen
AdverbTraducciones relacionadasOther Translations
- dikwijls; heel veel; vaak
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
ofta veel frequentatief; geregeld; met vast ritme; regelmatig

Palabras relacionadas con "veel":


Sinónimos de "veel":


Antónimos de "veel":


Definiciones relacionadas de "veel":

  1. grote hoeveelheid, groot aantal1
    • zij hebben veel kinderen1
  2. op veel momenten, veel keren1
    • zij kijken veel televisie1

Wiktionary: veel


Cross Translation:
FromToVia
veel mycket; en hel del; många a lot — a large amount
veel en hel del; mycket a lot — very much
veel ofta a lot — often
veel många many — an indefinite large number of
veel mycket; mycken much — a large amount of
veel mycket much — to a great extent
veel mycket viel — eine unbestimmte, große Menge von etwas; reichlich
veel många nombreux — Qui être en grand nombre ; qui former d’un grand nombre d’éléments.

veel forma de velen:

velen verbo (veel, veelt, veelde, veelden, geveeld)

  1. velen (verdragen; dulden)
    utstå; orka; bära; uthärda
    • utstå verbo (utstår, utstod, utstått)
    • orka verbo (orkar, orkade, orkat)
    • bära verbo (bär, bar, burit)
    • uthärda verbo (uthärdar, uthärdade, uthärdat)

Conjugaciones de velen:

o.t.t.
  1. veel
  2. veelt
  3. veelt
  4. velen
  5. velen
  6. velen
o.v.t.
  1. veelde
  2. veelde
  3. veelde
  4. veelden
  5. veelden
  6. veelden
v.t.t.
  1. heb geveeld
  2. hebt geveeld
  3. heeft geveeld
  4. hebben geveeld
  5. hebben geveeld
  6. hebben geveeld
v.v.t.
  1. had geveeld
  2. had geveeld
  3. had geveeld
  4. hadden geveeld
  5. hadden geveeld
  6. hadden geveeld
o.t.t.t.
  1. zal velen
  2. zult velen
  3. zal velen
  4. zullen velen
  5. zullen velen
  6. zullen velen
o.v.t.t.
  1. zou velen
  2. zou velen
  3. zou velen
  4. zouden velen
  5. zouden velen
  6. zouden velen
diversen
  1. veel!
  2. veelt!
  3. geveeld
  4. velend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for velen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bära dulden; velen; verdragen aan hebben; doorstaan; dragen; dulden; gebukt gaan onder; harden; iets transporteren; ondersteunen; rugsteunen; sjouwen; steunen; torsen; uithouden; uitzingen; verdragen; verduren; verstouwen; verstuwen; vervoeren; volhouden; zeulen
orka dulden; velen; verdragen fiksen; flikken; klaarspelen; voor elkaar krijgen
uthärda dulden; velen; verdragen doorleven; doormaken; doorstaan; dragen; dulden; harden; uithouden; uitzingen; verdragen; verduren; verstouwen; verstuwen; verteren; volhouden
utstå dulden; velen; verdragen lijden

Palabras relacionadas con "velen":


Wiktionary: velen


Cross Translation:
FromToVia
velen uthärda; tåla; lida endurersouffrir, supporter avec fermeté, constance.
velen tåla; tolerera tolérersupporter.

Traducciones relacionadas de veel