Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. prijsgeven:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de prijsgeven de neerlandés a sueco

prijsgeven:

prijsgeven verbo (geef prijs, geeft prijs, gaf prijs, gaven prijs, prijs gegeven)

  1. prijsgeven (opofferen; opgeven)
    offra
    • offra verbo (offrar, offrade, offrat)

Conjugaciones de prijsgeven:

o.t.t.
  1. geef prijs
  2. geeft prijs
  3. geeft prijs
  4. geven prijs
  5. geven prijs
  6. geven prijs
o.v.t.
  1. gaf prijs
  2. gaf prijs
  3. gaf prijs
  4. gaven prijs
  5. gaven prijs
  6. gaven prijs
v.t.t.
  1. heb prijs gegeven
  2. hebt prijs gegeven
  3. heeft prijs gegeven
  4. hebben prijs gegeven
  5. hebben prijs gegeven
  6. hebben prijs gegeven
v.v.t.
  1. had prijs gegeven
  2. had prijs gegeven
  3. had prijs gegeven
  4. hadden prijs gegeven
  5. hadden prijs gegeven
  6. hadden prijs gegeven
o.t.t.t.
  1. zal prijsgeven
  2. zult prijsgeven
  3. zal prijsgeven
  4. zullen prijsgeven
  5. zullen prijsgeven
  6. zullen prijsgeven
o.v.t.t.
  1. zou prijsgeven
  2. zou prijsgeven
  3. zou prijsgeven
  4. zouden prijsgeven
  5. zouden prijsgeven
  6. zouden prijsgeven
diversen
  1. geef prijs!
  2. geeft prijs!
  3. prijs gegeven
  4. prijsgevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for prijsgeven:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
offra heiligschennis; offeren; ontheiliging; sacrilege
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
offra opgeven; opofferen; prijsgeven offeren

Wiktionary: prijsgeven


Cross Translation:
FromToVia
prijsgeven frångå; avstå från; ge upp abandon — to give up
prijsgeven ge upp; ge med sig give in — to relent or yield
prijsgeven avsäga sig; överge; avgå; abdikera abdiquerrenoncer à un pouvoir que l’on exercer ; se démettre de ses fonctions.