Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. snerpend:
  2. snerpen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de snerpend de neerlandés a sueco

snerpend:

snerpend adj.

  1. snerpend (schel; scherp; schril; hoog; hard)

Translation Matrix for snerpend:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
genomträngande hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend doordringend; indringend; penetrant; schel klinkend; scherp; scherpklinkend
gäll hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend
gällt hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend doordringend; indringend; schel klinkend; scherp; scherpklinkend
skarpt hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend bijdehand; fel; gehaaid; gescherpt; gevat; gewiekst; hanig; kien; messcherp; met een scherp oog; nauwlettend; pienter; pikant; pinnig; puntig; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; scherpklinkend; slim; snedig; snibbig; spits; uitgekookt; uitgeslapen; verlekkerd; vinnig; vlijmend

Wiktionary: snerpend


Cross Translation:
FromToVia
snerpend bitter; kräv acerbe — Qui est d’un goût âpre, se dit d’un vin acide, dur et âpre
snerpend amper; egg; gräll; gäll; skarp aigre — Qui a une saveur acide et amère provoquant un sentiment désagréable.
snerpend amper; egg; gräll; gäll; skarp aigu — Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.
snerpend amper; egg; gräll; gäll; skarp coupant — Qui couper.
snerpend amper; egg; gräll; gäll; skarp cuisant — Qui produire une douleur âpre et aiguë.
snerpend amper; egg; gräll; gäll; skarp; subtil; spirituell findélié, menu, mince ou étroit.
snerpend amper; egg; gräll; gäll; skarp incisif — Qui couper ou qui est propre à couper.
snerpend amper; egg; gräll; gäll; skarp mordant — didact|fr Qui mordre.
snerpend amper; egg; gräll; gäll; skarp perçant — Qui percer, qui pénétrer.
snerpend amper; egg; gräll; gäll; skarp piquant — Qui piquer.
snerpend amper; egg; gräll; gäll; skarp pointu — Qui se termine en pointe
snerpend amper; egg; gräll; gäll; skarp pénétrant — Qui pénétrer.
snerpend amper; egg; gräll; gäll; skarp; anmärkningsvärd; märklig; märkvärdig saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors.
snerpend amper; egg; gräll; gäll; skarp; livaktig; livlig vif — Qui est en vie.
snerpend bitter; skarp âcre — Qui a quelque chose de piquant et d’irritant.
snerpend amper; egg; gräll; gäll; skarp âpre — Qui, par sa rudesse ou son âcreté, produit une sensation désagréable aux organes du toucher, de l’ouïe ou du goût.

snerpen:

snerpen verbo (snerp, snerpt, snerpte, snerpten, gesnerpt)

  1. snerpen
    skära; bita
    • skära verbo (skär, skar, skurit)
    • bita verbo (biter, bet, bitit)

Conjugaciones de snerpen:

o.t.t.
  1. snerp
  2. snerpt
  3. snerpt
  4. snerpen
  5. snerpen
  6. snerpen
o.v.t.
  1. snerpte
  2. snerpte
  3. snerpte
  4. snerpten
  5. snerpten
  6. snerpten
v.t.t.
  1. heb gesnerpt
  2. hebt gesnerpt
  3. heeft gesnerpt
  4. hebben gesnerpt
  5. hebben gesnerpt
  6. hebben gesnerpt
v.v.t.
  1. had gesnerpt
  2. had gesnerpt
  3. had gesnerpt
  4. hadden gesnerpt
  5. hadden gesnerpt
  6. hadden gesnerpt
o.t.t.t.
  1. zal snerpen
  2. zult snerpen
  3. zal snerpen
  4. zullen snerpen
  5. zullen snerpen
  6. zullen snerpen
o.v.t.t.
  1. zou snerpen
  2. zou snerpen
  3. zou snerpen
  4. zouden snerpen
  5. zouden snerpen
  6. zouden snerpen
en verder
  1. ben gesnerpt
  2. bent gesnerpt
  3. is gesnerpt
  4. zijn gesnerpt
  5. zijn gesnerpt
  6. zijn gesnerpt
diversen
  1. snerp!
  2. snerpt!
  3. gesnerpt
  4. snerpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for snerpen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
skära sikkel; sikkeltje; snijding; snoeimes
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bita snerpen dichtbijten; happen; toebijten; toehappen; toesnauwen
skära snerpen afsnijden; doorknippen; een knippend geluid maken; houtsnijden; in hout schrijven; inhakken; inhouwen; kerven; maaien; met effect spelen; raspen; schaven; schuren; snijden; snijwerk maken

Wiktionary: snerpen


Cross Translation:
FromToVia
snerpen hugga; yxa taillercouper, retrancher d’une matière, en ôter avec le marteau, le ciseau, ou tout autre instrument, ce qu’il y a de superflu, pour lui donner une certaine forme, pour la rendre propre à tel ou tel usage.